
Brussel is de stad van de art nouveau. Dat verdient een museum, dacht het Museum voor Kunst en Geschiedenis. Maar dat kost geduld, tijd en geld maar eindelijk lijkt het in orde te komen. Want momenteel wordt de laatste hand gelegd aan nieuwe zalen over art nouveau en art deco. Die gaan open voor het publiek op 13 juni 2025.
Ze zijn nog volop bezig met de opbouw maar de nieuwe zalen Sierkunsten van de 19de eeuw, Belgische art nouveau en Belgische art deco gaan weldra open.
We konden op 28 april al een kijkje gaan nemen. Een sneek peak zeg maar omdat 28 april het honderd jaar geleden is dat de expo ‘ De Internationale tentoonstelling van moderne decoratieve en industriële kunsten’ in Parijs opende. Voor de bouw van het Belgisch paviljoen in Parijs werd Victor Horta aangesteld.
“Er was een periode dat de art nouveau niet gewaardeerd werd en de gebouwen afgebroken werden”, zegt conservator Werner Adriaenssens. “Toen zijn de collecties van objecten ontstaan. We hebben er zelf kunnen verwerven en ook tal van waardevolle schenkingen ontvangen. Daardoor hebben we een rijke verzameling. We hebben zowat 300 objecten geselecteerd en we presenteren ze in dertien verschillende secties. Daarin willen we de stilistische diversiteit tot haar recht laten komen. Er zijn stukken bij die op de Expo van 1925 geëxposeerd en zelfs aangekocht werden. Maar ook uit andere toonaangevende expo’s, zoals die van Tervuren in 1897 of die van Turijn in 1902.”
De ruimtes beslaan samen een oppervlakte van 1200 m². Er zullen tal van uitzonderlijke kunstwerken worden tentoongesteld, vele voor het eerst. De kostprijs van dit alles : 2 miljoen Euro.
Het mecenaat van het Fonds Baillet Latour ligt aan de grondslag van dit project.
De grootste blikvanger wordt de gerestaureerde en weer opgerichte wintertuin van het huis-Cousin, naar het ontwerp van Victor Horta. De constructie is van staal, verguld op de zichtbare delen, met prachtige glasramen als plafond en in de dubbele toegangsdeur. Het is een verfijnd schrijn afgewerkt met houten lambriseringen, een marmeren schoorteenmantel en een mozaïekvloer. Deze aanbouw heeft een oppervlakte van 4m bij 9m en is 6 hoog. Dankzij de alertheid van een van Horta’s leerlingen, de architect Jean Delhaye, werden de onderdelen in de jaren 60 van vorige eeuw zorgvuldig gedemonteerd. De restauratie en assemblage gebeurde, zes decennia later, onder leiding van Barbara van der Wee Architects, gespecialiseerd in de restauratie van Horta’s oeuvre.
Frankrijk was het land met de grootste en subliemste creativiteit inzake art deco in de jaren 20 en 30 de dominante stijl van de vorige eeuw. Maar ook België liet zich niet onbetuigd. Op de internationale tentoonstelling van moderne decoratieve en industriële kunsten in 1925 , kon ons land schitterende resultaten voorleggen dankzij de sterontwerper en ensemblier Philippe Wolfers.
Aan de ingang van het Belgisch paviljoen stond het indrukwekkende beeld ‘De decoratieve kunst’ van Pieter Braecke opgesteld. Dat werd onlangs teruggevonden in de Afgietselwerkplaas van het Brusselse museum en wordt nu aan de museumbezoekers getoond. Toen wij er waren, waren twee restauratrices het met uiterste zorg aan het herstellen.
De sobere scenografie van het geheel – nodig om de artefacten zelf in volle glorie te tonen – is van het bekende ontwerpbureau Pièce Montée uit Gentbrugge.
Het publiek zal al deze schatten kunnen komen bekijken vanaf vrijdag 13 juni 2025. Vanaf die dag tot en met zondag 15 juni zal dat GRATIS kunnen voor iedereen.



Credits Beelden : BeCulture.
Laat een reactie achter