
Ik had het museum al twee keer bezocht maar deze zomer kwam ik nog eens in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Lekker fris daar en dat is mooi meegenomen maar oh zo interessant ! Het is indrukwekkend om door de caissons te lopen die nu als museum zijn ingericht. Ook omdat je weet dat deze bakbeesten als dichtmiddel voor de doorgebroken dijk zijn gebruikt.
Ik had het genoegen er ooit een rondleiding te krijgen van Ria Geluk. Geluk die zelf op Capelle haar grootouders en tante verloor, was betrokken bij de oprichting van het museum.

Het museum houdt de herinnering levend aan de waterrnoodsramp van 1 februari 1953 waarbij 1836 doden waren te betreuren. Het is een jong museum. De eerste caisson ging pas in 2001 open nadat een aantal bevlogen mensen zoals Ria Geluk zich had ingespannen om deze bezonken zinkbak geschikt te maken. Momenteel bestaat het museum uit 4 caissons met een totaaloppervlakte van 3.600 m2. Neem je tijd voor je bezoek want er is heel veel te zien. Er zijn veel getuigenissen te horen, te zien en te lezen. En er is ook een Deense authentieke woning neergezet. Dat waren geschenkwoningen. Ze kwamen toe in bouwpakketten per spoor en per schip naar de Rotterdamse haven. Meer dan 800 houten woningen uit Noorwegen, Zweden, Oostenrijk, Denemarken, Finland en Frankrijk verrezen na de watersnoodramp in het getroffen gebied.
Tip : 12 km verder naar Bruinisse op is een jachthaven. Daar heb ik eens heel lekker gegeten bij Sailors’inn. Het restaurant behoort tot de Kring van de Oosterscheldekreeft. Deze restaurants serveren in het seizoen ( van 30 maart tot 16 juli) een menu met de Oosterscheldekreeft in de hoofdrol.
Laat een reactie achter