Het retabel van Averbode is terug thuis

Het Retabel van Averbode, een Vlaams Topstuk uit de collectie van het MAS, keert na 150 jaar terug naar zijn oorspronkelijke thuis: de abdij van Averbode. Met deze langdurige bruikleen verbindt het MAS het collectiestuk met de erfgoedgemeenschap waar het vandaan komt. De terugkeer kadert ook in het project ‘Vlaamse meesters op hun plek’ van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen en Toerisme Vlaanderen.

In het najaar van 1873 beslist het Antwerpse Museum voor Oudheden om van de Abdij van Averbode een 16de-eeuwse retabel met de Bewening van Christus aan te kopen. Daar trekt het museum 3.500 franken voor uit, te betalen in 3 schijven. Na een bezoek van de museumdelegatie aan de Abdij is de verkoop in 1874 een feit en wordt het Retabel naar Antwerpen getransporteerd. Vanaf dan staat het retabel bekend als ‘Het Retabel van Averbode’.

150 jaar later

Een museumdelegatie begeeft zich in het najaar van 2022 naar de Abdij van Averbode om de terugkeer van het retabel te onderzoeken. In november 2023 is de bruikleen een feit en wordt het Retabel naar Averbode getransporteerd.

500 jaar geleden

Het retabel wordt een eerste keer, vanuit Antwerpen, verscheept naar Averbode. In 1514
wordt het door de abt aangekocht bij Jacob van Cothem. Deze beeldsnijder, die zijn atelier in de Antwerpse Kammenstraat heeft, werkt ook als handelaar van retabels.

Een retabel werd meestal aan de achterkant van een altaar geplaatst. Zo werd de aandacht van de gelovige gericht op dat altaar én werd het evangelie didactisch getoond. Op retabels vind je namelijk altijd hout gesneden beeldjes die Bijbelverhalen verbeelden. Meestal waren ze ook beschilderd en verguld, wat alles kleurig en feestelijk maakte.
In de vijftiende en de zestiende eeuw waren steden zoals Antwerpen, Brussel, Mechelen
gekend voor hun retabels en werden ze naar heel Europa geëxporteerd. Ze waren bestemd voor kloosters, gilden, broederschappen en rijke particulieren. Het waren luxeproducten waarrond een zeer winstgevende kunsthandel bestond.
Het Retabel van Averbode is relatief klein. Het gaat om een ‘tabula parva’, een kleine
altaartafel. Het bestaat uit een gebeeldhouwd middengedeelte en wordt geflankeerd door
twee geschilderde zijluiken. Het geheel rust op een geschilderd onderstel, de zogenaamde predella.

Middendeel

Het gebeeldhouwde middendeel toont de Bewening van Christus. Centraal ligt de gestorven Christus, omringd door zijn naasten. Achteraan, onder het gotische snijwerk, zien we de contouren van Jeruzalem. Het levenloze lichaam van Jezus ligt uitgestrekt op een lijkwade die door de apostel Johannes voorzichtig opgetild wordt. De linkerhand van Jezus wordt vastgehouden door Maria Salomé (halfzuster van Maria) die een elegant hoofddeksel draagt.
Tussen Johannes en Maria Salomé staat Maria, de moeder van Jezus, smartelijk gebogen en met gevouwen handen. Links en rechts van deze groep staan telkens twee rouwende figuren, een frontaal en een in profiel. Rechts staat de fraai aangeklede Maria Magdalena met een geopende zalfbus in de hand.
Opvallend is de beschadiging aan het aangezicht van één van de figuren en het ontbreken van Maria Salomé’s linkerhand.
Het kleine gebeeldhouwde tafereel helemaal bovenaan toont Christus in het voorgeborchte van de hel. Vooral Adam en Eva vallen op. Ze ontmoeten er Christus die na zijn kruisdood zou zijn afgedaald naar de onderwereld om hen en alle rechtvaardigen te bevrijden en ze mee te nemen naar de hemel.

Zijluiken

In geopende stand zie je op de zijluiken links-voor de Kruisiging en rechts-voor de
Verrijzenis van Christus. Als het retabel gesloten is, ziet men links een Ecce Homo-toneel en rechts een ontmoeting van Jezus en Veronica. De schilder van de luiken is niet bekend, hij of zij behoort stijlkritisch tot de zogenaamde Antwerpse maniëristen, laat 15de, begin 16de eeuw.
Daar zien we zowel de Vlaamse primitieven als renaissance-elementen: levendige kleurrijke taferelen met de elegant uitgebeelde personages, opvallende (architecturale)
achtergronden.

Predella

De predella is waarschijnlijk van een andere hand dan die van de geschilderde zijluiken. Ze stelt drie allegorische vrouwenfiguren voor: Geloof, Hoop en Liefde.
Links hiervan: de geknielde portierbroeder Nicolaas Huybs en rechts: het heraldisch wapen van abt Gerard vander Scaeft (abt van 1501-1531). Uit een banderol met een Latijnse tekst naast de portier leren we dat deze broeder het retabel financierde dankzij de opbrengst van zijn bijenteelt.

https://www.abdijaverbode.be/

 

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.