Gamal Fouad

In ‘Oefeningen in nederigheid’ schrijft Gamal Fouad over zijn familiegeschiedenis, een verhaal dat zich spreidt over verschillende continenten. Aanbeland in het Nederland van nu, constateert Fouad dat segregatie en racisme nog altijd sterk aanwezig zijn. Hij wapent zich ertegen met humor en kunst.

Niet eerder speelden voor Gamal Fouad, zoon van een Egyptische vader en een Nederlandse moeder, zijn naam en huidskleur een rol van betekenis. Hij groeide op in twee landen, in een bicultureel gezin, hij was zwart én wit. Maar in Nederland is de segregatie er tegenwoordig bepaald niet minder op geworden. Dat merkt hij bij het kiezen van een school voor zijn kinderen: zijn ze wit of zwart, of juist beide? Dat ziet hij als zijn vrouw in het ziekenhuis halal eten krijgt, alleen vanwege hun achternaam!

Onstabiele jeugd

‘De nooit aflatende spanning in huis, waardoor je als kind eigenlijk nooit wist waar je aan toe was. Ik weet dat ik uit zelfbehoud al vroeg een meester was geworden in het lezen van iemands (lees: mijn ouders) lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen, om te weten wat er werkelijk in iemands (lees wederom : mijn ouders) hoofd omging. Met andere woorden: of ik me uit de voeten moest maken of niet.’

‘Als kind is niets makkelijker dan geloven. Ik geloofde in Sinterklaas (tot mijn zevende). Ik geloofde mijn ouders (tot mijn elfde). Ik geloofde mijn leraren (tot mijn zestiende). En ik geloofde in God (tot mijn eenentwintigste). En vanaf mijn eenentwintigste geloofde ik voornamelijk in mezelf’.

‘Pas veel later leerde ik het begrip parentificatie kennen, waarbij de rollen tussen ouders en kinderen worden omgedraaid en het kind de rol van ouder krijgt toebedeeld. Dat gold voor mijn zus en mij zeker ten opzichte van mijn jongere broertje, van wie ik luiers heb verschoond en die ik onder andere heb leren fietsen en zwemmen, maar ook ten opzichte van mijn moeder, die haar kinderen met de emotionele toestanden van haar slachtofferschap opzadelde.’

Aanknopend bij zijn eigen migratie- en familiegeschiedenis en zijn jeugdherinneringen maakt Fouad de stand van zaken in onze huidige samenleving op. Het onderwerp is serieus, zijn toon licht en humoristisch.

Racisme nu 

‘Ik wist dat uit ervaring dat zo’n achternaam best hinderlijk kan zijn in een overwegend witte samenleving. Ik zag de last bij mijn vader. Bij mijn vader. Bij mezelf. En nu zag ik het bij jullie. Zelfs Amber, die na ons huwelijk mijn zwarte achternaam had toegevoegd, begon zich af te vragen of dat wel zo verstandig was geweest. Het probleem met een zwarte achternaam is namelijk dat je meteen in een hokje wordt geduwd, een zwart hokje waar je niet zomaar kan uitstappen.’

Op een bepaald moment zegt de sociaal werkster op bezoek thuis na de geboorte van hun eerste kind dat ze een R in het dossier zal zetten. R staat voor Risicogezin. Waarom vraagt Amber?  ‘ U bent een risicogezin omdat ze in het land van herkomst van uw man aan vrouwenbesnijdenis doen.’

“Oefeningen in nederigheid” uitgegeven bij Querido.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.